Bij een autologe bloedtransfusie ontvangt de patiënt zijn/haar eigen bloed. Strikt genomen is de medische indicatie tot autologe transfusie beperkt tot patiënten die antistoffen vertonen tegen een combinatie van antigenen of een hoog frequent antigeen, of die hemolytische transfusiereacties vertonen zonder aantoonbare oorzaak. Ook weigeraars van allogene bloedproducten kunnen hiertoe gerekend worden.
Echter, ook wordt in toenemende mate om autoloog bloed door de arts of door de patiënt gevraagd bij goed in te plannen omstandigheden zoals bijv. een electieve operatie. Het voordeel dat hier beoogd wordt is de afwezigheid van immunisatie en infectieoverdracht.
De volgende technieken c.q. procedures worden onderscheiden:
- pre-operatieve bloeddonatie (PAD)
- donatie t.b.v. cryopreservatie
- normo-of hypervolemische hemodilutie
- transfusie van wondbloed.
Sanquin en de bloedtransfusiedienst (BTD) van het ziekenhuis hebben alleen betrokkenheid bij de punten 1 en 2.
Technieken als normo-of hypervolemische hemodilutie (3) (bloedafname tijdens anesthesie onder suppletie met colloïdale en/of cristalloïde oplossingen en reïnfusie later), en transfusie van wondbloed (4) m.b.v. een cell-saver of een opvangsysteem voor drainbloed, worden in wisselende mate in ziekenhuizen in de regio ZuidWest toegepast. Deze technieken vallen onder de verantwoordelijkheid van de anesthesie.
Het betreft technieken die als lokaal initiatief onder verantwoordelijkheid van de lokale bloedtransfusiecommissie geprotocolleerd en toegepast moeten worden.
Pre-operatieve bloeddonatie
Sanquin hanteert een protocol dat bij elk transfusielaboratorium bekend is/moet zijn.
In het kort zijn de volgende punten van belang:
- Autologe afname kent restricties. Er kunnen maximaal 3-4 afnames plaatsvinden in een periode van maximaal 5 weken voor de geplande operatie. Dit houdt in dat het te verwachten bloedverlies tijdens OK goed ingeschat en de procedure tijdig aangevangen moet worden.
- De patiënt is minimaal 16 jaar oud, de maximum leeftijd is 70 jaar.
De patiënt heeft goede veneuze toegang in de ellenbogen. - Patiënt en aanvragend arts bespreken samen de mogelijkheid tot en de voor- en nadelen van autologe transfusie. O.a. moet besproken worden dat het bloed getest wordt op infectieuze agentia (o.a. HIV, hepatitis B en C, HTLV en syfilis) en dat de uitslag hiervan aan de patiënt meegedeeld zal worden. De aanvragend arts beoordeelt in eerste instantie of de patiënt geschikt is als autologe donor. Na toestemming van de patiënt dient de aanvrager middels een speciaal aanvraagformulier het verzoek tot autologe afname bij Sanquin in.
Zie KMS: autologe bloeddonatie t.b.v. autologe bloedtransfusie. - I.v.m. houdbaarheid van het autologe product dient operatiedatum vastgelegd te worden.
- Indien de autologe transfusie voor een zwangere wordt ingepland, dan is het advies de afnames te starten 5 weken voor de a terme datum van de zwangere vrouw.
- De donorarts van Sanquin keurt de patiënt en beslist op grond van de gangbare donorcriteria (excl. de Hb-norm) over het doorgaan van de procedure.
- Sanquin stelt in overleg met de patiënt een afnameschema op. Er wordt geen afname verricht als het Hb-gehalte < 6,8 mmol/l bedraagt.
- Indien besloten wordt tot preoperatieve autologe bloeddonatie wordt aanbevolen deze te combineren met ijzersuppletie en eventueel ook epoetine. Deze dient tenminste een maand vóór de ingreep gestart te worden
- Het bloed wordt op de gebruikelijke wijze bewerkt. Sanquin levert na elke vrijgifte het erytrocytenconcentraat en het plasma aan het transfusielaboratorium.
- Het ziekenhuis/bloedtransfusiecommissie ziet toe op een juist gebruik van dit bloed.
- De producten voor autologe bloeddonatie mogen niet worden toegediend aan andere patiënten.
- Als de patiënt de producten niet meer nodig heeft, dan kunnen deze worden vernietigd. Of bij zeldzame bloedgroep-problemen kan binnen 10 dagen na afname worden besloten om de bloedeenheid alsnog in te vriezen in de Sanquin Bank of Frozen Blood (SBFB).
Transfusie t.b.v. cryopreservatie in de SBFB
Dit komt zelden voor en dient op dat moment in overleg door de bloedtransfusiedienst met de Unit Transfusiegeneeskunde-artsen van Sanquin geregeld te worden.
Normo-of hypervolemische hemodilutie
Dit berust op een bloedafname tijdens anesthesie tot een Hb ondergrens van ca. 5,5 mmol/L onder suppletie van het volume met colloïdale en/of cristalloïde oplossingen. Tijdens de narcose kan het lichaam n.l. met veel minder hemoglobine toe, o.a. ten gevolge van een daling van de O2-consumptie en een toename van de cardiac-output. Het afgenomen bloed wordt in speciale zakjes met anticoagulans/stabilisator vloeistof opgevangen en gereïnfundeerd bij een Hb-daling lager dan genoemde grens t.g.v. bloedverlies uit het operatiegebied of aan het einde van de operatie. Hoewel dit de goedkoopste wijze van autoloog bloedgebruik is, is niet onomstotelijk aangetoond dat het in de praktijk een besparing geeft van per-operatief bloedverbruik. Het is van groot belang in deze de verantwoordelijkheden en procedures vast te leggen. Eindverantwoordelijke is de anesthesist. In enkele ziekenhuizen in onze regio wordt deze methode toegepast.
Transfusie van wondbloed m.b.v. een cell-saver
Een cell-saver is een apparaat dat opgezogen bloed uit het operatieve gebied reinigt d.m.v. wascycli en centrifugatie waarna het ontstane ‘erytrocytenconcentraat’ gereïnfundeerd kan worden bij de patiënt. In de praktijk is dit bij groot bloedverlies een reële optie.Het extracorporele bloed moet binnen 6 uur na afname gereïnfunceerd zijn, mits op kamertemperatuur bewaard gebleven.
Bij kinderen vanaf 10 kilo is de cell-saver te gebruiken.
De procedure valt onder de verantwoordelijkheid van de anesthesist. Gebruik van de machine is een voorbehouden handeling voor anesthesisten en anesthesiemedewerkers. Er moet een lokaal protocol aanwezig zijn, waarin onder andere items ten aanzien van verantwoordelijkheden, dossiervoering, noodprocedures, bekwaam- en bevoegdheden zijn uitgewerkt. Dit ligt vast in het KMS protocol: