Tumorlysis syndroom (TLS) profylaxe en behandeling

Revision date:
24 juni 2021

Het tumorlysis syndroom kan ontstaan bij massale lysis van maligne cellen. Hierbij kunnen intracellulaire metabolieten (urinezuur, fosfaat en kalium) terecht komen in de extracellulaire ruimte. Het ontstaan van een verhoogd urinezuur, hyperfosfatemie en hyperkaliemie kan leiden tot levensbedreigende complicaties zoals (anure) nierinsufficiëntie door het neerslaan van urinezuur en calciumfosfaten in de nier, maar ook tot aritmieën, insulten en plotseling overlijden. Dit kan spontaan optreden of secundair na de start van medicatie. Het is dan ook van belang om patiënten met een hoog risico te identificeren om zo preventief te handelen en dus het ontstaan van TLS te voorkomen, en anderzijds de complicaties van TLS vroegtijdig te herkennen en te behandelen.

Definities TLS

Laboratorium TLS (≥ 2 van onderstaande criteria):
– urinezuur ≥ 0.47 mmol/l (of 25% toename t.o.v. baseline)
– kalium ≥ 6.0 mmol/l (of 25% toename t.o.v. baseline)
– fosfaat ≥ 1.45 mmol/l (of 25% toename t.o.v. baseline)
– calcium ≤ 1.75 mmol/l (of 25% afname t.o.v. baseline)

Klinische TLS:

  • aanwezigheid van laboratorium TLS plus stijging van het kreatinine, ontstaan van insulten of hartritmestoornissen.
  • Indien stijging optreedt van het kreatinine met >30 eenheden dan wel de aanwezigheid van een oligure periode van meer dan 6 uur

Risico op TLS

Risico groep Hematologische maligniteit
Hoog risico AML met leukocyten > 100 x 109
ALL met leukocyten > 100 x 109 en/of LDH > 2x ULN
Lymfoblastair lymfoom stadium III/IV en/of LDH > 2x ULN
Burkitt lymfoom stadium III/IV en/of LDH > 2x ULN
DLBCL met verhoogd LDH en bulky ziekte
Intermediair risico AML met leukocyten 25-100 of LDH > 2x ULN
ALL met leukocyten < 100 x 109 en LDH < 2x ULN
Lymfoblastair lymfoom stadium I/II en LDH < 2x ULN
Burkitt lymfoom stadium I/II en LDH < 2x ULN
DLBCL met LDH > 2x ULN, zonder bulky ziekte
CLL ∗∗ waarvoor targeted en/of biological therapy
Laag risico Indolente lymfomen
CLL ∗∗ waarvoor alkylerende middelen
CML
AML met leukocyten < 25 en LDH < 2x ULN

*  Vooral bij agressieve lymfatische maligniteiten (Burkitt, high grade lymfomen) kan er al spontane TLS zijn.
 Het risico op klinische TLS na start behandeling is dan hoog. Start behandeling voorzichtig met alleen prednison, en onderbreek het bij ontwikkeling van klinische TLS
** CLL kan na start behandeling met bcl-2 inhibitors (venetoclax) wel ernstige TLS geven.
Zie voor voorzorgsmaatregelen HOVON CLL richtlijn 

NB Bij behandeling in studieverband is het raadzaam om het studieprotocol te raadplegen

Monitoring / preventie / behandeling TLS

  Diagnostiek Preventieve maatregelen Behandeling TLS
Hoog risico Tweemaal daags tumorlyse lab 
voorafgaand en gedurende de eerste 4 dagen van de behandeling
Hydreren 3 liter/24h intraveneus en 3 mg rasburicase i.v.
Eventueel herhalen
Correctie elektrolyten afwijkingen, controle 2-3x/dag
Hyperhydratie continueren (streef >100 ml/h)
Rasburicase herhalen op indicatie 
(streef urinezuur < 0.3)

Laagdrempelig overleg met nefroloog
Eventueel overplaatsing naar IC voor elektrolyten controle, cardiale monitoring of dialyse

Intermediair risico

Tumorlyse lab voorafgaand en gedurende de eerste 4 dagen van de behandeling

Hydreren 3 liter/24h en starten allopurinol 24 uur voor behandeling
Laag risico Geen specifiek maatregelen Advies goed drinken
Overwegen allopurinol

Bij al spontane tumorlyse: controle lab 3-4 uur na toediening rasburicase. Dosering zo nodig herhalen, tot urinezuur laag is (urinezuur <0.3).
Overweeg chemotherapie en/of steroiden tijdelijk te onderbreken tot verbetering van TLS.

Allopurinol

  • Remt het metabolisme van azathioprine en mercaptopurine, derhalve niet combineren; indien toch gewenst dan dienen beide cytostatica tot 25-30% gereduceerd te worden
  • Doseringen allopurinol aangepast aan de nierfunctie:
    • eGFR >50 ml/min: 300 mg allopurinol per dag
    • eGFR <30-50 ml/min: 200 mg allopurinol per dag
    • eGFR <20 ml/min: 100 mg allopurinol per 3 dagen

Rasburicase

  • 30 minuten intraveneus voorafgaand aan start chemotherapie of prednison
  • contra-indicatie bij patenten met hemolyse of G6PD deficiëntie
  • Rasburicase en allopurinol niet continueren

Correctie elektrolyten

Verhoogd urinezuur
–  Rasburicase herhalen 3 mg intraveneus (eventueel hoger doseringen)

Hyperkaliëmie
– Volg het acute boekje

Hyperfosfatemie
– Fosfaatbinders (Phos-ex 2-3 dd 2.2 gram of CalciChew 3dd1000 mg per os)
– Eventueel dialyse

Hypocalciëmie
– In principe niet behandelen tenzij …
– Ernstige hypocalciëmie of symptomatische hypocalciëmie of ECG afwijkingen -> calcium intraveneus